maandag 27 juli 2009

inleiding

Na het schrijven van Toscane.06, Andalucië.09 en Montreux.09 vond ik de foto's van ons weekendje Parijs en onze doortocht door Frankrijk met de mobilhome terug.

Het is minder makkelijk om vijf jaar na datum je nog alles te herinneren, maar aan de hand van de foto's en de rekeningen die ik hier nog liggen had heb ik toch een en ander kunnen reconstrueren.

De foto's van parijs zijn nog analoog genomen, dus die heb ik ingescand. De foto's van onze tour die zijn met ons eerste kleine digitale toestelletje genomen. De kwaliteit van de opnames zijn soms wat minder, maar de nostalgie is des te groter.

met Pasen in Parijs.

In de paasvakantie van 9 april tot 12 april 2004 gingen we een weekendje naar Parijs met de kinderen. In plaats van eurodisney werd Parijs, en vooral de metro hun speeltuin.

We vonden een vrij betaalbaar hotel in de buurt van de Eifeltoren, Le Hameau de Passy. Het was bijna duurder om de auto te parkeren voor de drie dagen. Gelukkig deed de man veel van de prijs af toen ik geen ticket hoefde en niet met visa betaalde.



We hadden er niet op gerekend bij het inpakken dat het hotel geen lift had. Bovendien, zoals je op de foto's ziet zijn het draaitrappen, met glas omgeven waar de zon goed kan op schijnen. Alles in één grote valies in net zo makkelijk had mams nog gezegd. Een rugzak had ik ook nog, altijd makkelijk als je Parijs bezoekt. Rugzak achter, valies voor, en zo twee verdiepingen naar omhoog. Gelukkig was daar de deur van onze kamer. Toen ik ze open deed, stond ik voor een draaitrap. Inderdaad we zaten op zolder. Ik moet de volgende keer toch beter opletten als ik een hotel boek. Hoewel veel heb ik hier niet uit geleerd, we hebben dit nog dikwijls voor gehad. Het is gezond zullen we maar zeggen.



De eifeltoren zagen we dagelijks, aangezien we er zo dicht bij waren.









Op ons programma stonden onderandere:
De eifeltoren,
Musé Rodin, waar ik zeker de tuin zou aanraden, het is leuk wandelen tussen het groen en de beelden, en voor kinderen is dit aangenaam om op zo'n manier met beeldhouwkunst kennis te maken.

Centre Pompidou, waar net een retrospektieve van Juan Miró gehouden werd. Het gebouw en vooral de omgeving vonden de kinderen leuk. Het spektakel op het plein, en de fontein.









Vanop de roltrap van het centre Pompidou heb je het mooiste uitzicht over Parijs.



Bercy, le stade omnisport met de muren met gras begroeid.





Hier rechttegenover staat het ministerie van Financiën.
Aan de overzijde van de Seine, la bibliothèque de France, vier torens vol boeken, met heel heel veel afselia hout.







Je passeert ook nog L'institut du monde Arabe langs dezelfde oever van de Seine, zeker een bezoek waard, al was het maar voor z'n gevel die uit diafragma's bestaat. Diafragma's die daadwerkelijk reageren op de hoeveelheid zonlicht en zo binnen een aangenaam klimaat creëren.


De Notre-Dame moet je natuurlijk gezien hebben, maar ik vind vooral het herdenkingsmonument van de holocaust, Mémorial des Martyrs de la Déportation, achter de kathedraal een bezoek meer dan waard, het ligt op het tipje van het eiland in de Seine.



Verder deden we nog het Louvre, maar enkel de Mona Lisa (la Joconce), De bruiloft van Kana, en de Venus van Milo. Je moet er toch voor zorgen dat ze geen diarree krijgen en nog kunnen onthouden wat ze gezien hebben. Als je een museumkaart voor drie dagen aanschaft, en een metrokaart voor drie dagen, dan kan je gerust voor even een museum binnenspringen.

Het museum van de toverkunst in de wijk Le Marais vonden ze heel leuk, bovendien is er een lekkere bakker in de buurt. Picasso kan je nergens beter zien dan in le Musée Picasso in Parijs

Montmartre met de basiliek en La Place du Tertre zijn ook zeer aangenaam, vooral tegen valavond, je kan dan gelijk de moulin rouge laten zien. We aten daar op het plein, onder de verwarming van de terrasbranders. We hebben voor onze buren, Nederlanders, de menukaart vertaald.

We eindigden ons bezoek aan Parijs met een obligate rondvaart in Les bateaux Mouches







Op de Eifeltoren zijn we niet geweest, de rijen aanschuivenden was veel te lang. We namen als orgelpunt een ijsje onder de toren als afsluiting van ons bezoek aan het pretpark Parijs.







le tour de France

Omdat het zo'n slecht weer bleef in de zomer van 2004, huurden we een mobilhome bij Lambrecht motorhomes om zo op zoek te gaan naar de zon. we deden dit van 14 juli tot 24 juli 2004.

We zouden in Frankrijk starten, en zien waar de zon ons bracht. Waar het mooi weer was bleven we, veelal moesten we vluchten voor de regen. We hadden gidsen meer voor Frankrijk en Spanje. Het slechte weer bracht ons tot de grens van Spanje, maar tegen dan was het tijd om terug te keren.

We vertrokken de avend van de 14e, en overnachtten op een parking langs de snelweg tussen de grote broers.


We waren ook van plan om de nachten afwisselend op een camping en in de vrije natuur door te brengen. Frankrijk is vrij goed uitgerust voor motorhomes. Bij verschillende benzinestations kan je water bijtanken, je afvalwater lossen, en je chemisch toilet legen. De electriciteit krijg je afwel door aan te sluiten op een stekker, ofwel een batterij die opgeladen werd, ofwel met een gasfles.

Na het ontbijt in de camper reden verder naar de Bourgognestreek, het weer klaarde op. In het rustige dorpje Pommard aten we in de kelder van het restaurant op de hoek. Als ik mij niet vergis noemt het ook Le Pommard. De wijnboer van Charles de Vallière verzekerde ons dat als we beter weer wilden we Lyon moesten passeren.

Wat ons bij onze eerste camping Le Daxia bracht.



Van daar uit naar Le pont d'arc, nabij Vallon pont d'arc in de Ardèche.








De nacht brachten we door langsheen de gorges du Tarn.



Het ontbijt met panoramisch uitzicht kregen we er gratis bij.
Bij Lambrecht hadden ze ons verzekerd dat de gasfles een nieuwe was. 's Morgens had de frigo vrij warm, en de gasfles woog wel erg licht. Onze gps (we hadden toen een draagbare gps en dit in de motorhome geinstalleerd) wist een bezinestation dichtbij zijn. 34 km is dichtbij in Frankrijk. We konden zelfs ons leeggoed inruilen, en we hadden terug energie. Een koele frigo is gemakkelijk, maar een douche met warm water is zeker aangenaam. De boiler voor het warm water werkte alleen op de gasfles. Als we reden konden we de frigo nog koelen, maar zelfs met een stopkontakt hadden we nog geen warm water, ook niet voor de afwas.

Vol energie konden we dus naar ons volgende doel, de beklimming van de Mont Ventoux, de mobilhome hield het.


Onze eerste Tania-pose ooit.



Parkeren nabij het observatiestation. We konden er wel niet uit langs de gewone deur, ik stond nogal dicht bij de muur. Dus iedereen moest langs de chauffeurskant uitstappen wat nogal tot wat geclaxoneer gaf (genoeg info). Ik schrok er van hoe weinig plaats daarboven is. Dat moet hier nogal een cirkus zijn als de tour hier passeert.



Naar de werkelijke top is het nog een kleine wandeling.



Het is een echt maanlandschap met een verradelijke wind.




Mijn ouders zijn een dertigtal jaar geleden hier gepasseerd en hebben toen een foto gemaakt van m'n vader aan de herdenkingssteen voor Tom Simpson. Die foto moest door de nieuwe generatie hermaakt worden uiteraard.


Eulalie in de lectuur verzonken terwijl wij voor het middagmaal zorgden, met de top van de mont Ventoux in de achtergrond.


Avignon.
Die stad heeft heel wat voeten in de aarde gehad. Ik had, bleek later dus, de gps nog laten staan op auto. We reden met een iets breder vervoermiddel. Op de ring van Avignon stuurde de gps ons naar links, het centrum in. De stadspoort lukte nog, ook de weg in het begin, maar het bleef maar versmallen. Het werd zeer stil in de mobilhome. Gelukkig had hij goede spiegels, het werd millimeterwerk. Bochten nemen in de smalle steegjes kost zweet. Het is bovendien festival van Avignon. De straat is afgezet. Een Fransman komt naar mij, "Il faudra faire demi-tour". Het kruispunt is afgezet met nadarafsluiting, en er staat veel volk. Gedienstig als hij is, verplaatst dezeflde Fransman enkele dranghekkens. "Ca va aller". Na vijfentwintig keer voorruit achteruit, geholpen door zijn aanwijzigen sta ik inderdaad 180° gedraaid. "C'est sans-unique, mais y a personne, fonse" geeft hij me moed. Eerlijk gezegd ik wil geen tegenliggers tegenkomen. Zo snel als mogelijk, het straatje is nog altijd even smal, probeer ik uit dit centrum te komen. "If possible turn around" blijft de mevrouw van de gps zeggen, we houden al lang geen rekening meer met haar.
Uiteindelijk vinden we een parking aan de rand van de stad waar mobilhomes toegelaten zijn.

Na een bezoek aan het festival, eten we s' avonds heerlijk in restaurant Brunel.

We besluiten niet op de parking te slapen en rijden verder.
's Morgens ontwaken we naast een afgrond voor Les baux de provence.





Les baux is een heel mooi oud stadje. We kwamen hier toevallig, omdat we langs de weg in het donker een plaats vonden om onze camper te parkeren. Gelukkig hadden we toen de afgrond niet gezien, we stonden wel heel dicht bij de rand. Zo wordt je ook nog een verrast met een mooi uitzicht 's morgens.



Er passeerde net een rally met oldtimers toen we het stadje bezochten. We kwamen hier Pol uit de kampioenen tegen, met een brace aan zijn knie.


Op een terrasje in Les Baux. Ik zie dat ik toen nog leffe dronk (of was het icetea in een leffeglas?), en nog geen baard had. Het haar was wel al af.



We zijn door de Camargue gereden, richting Middellandse zee, waar we een plekje zochten om alleen te staan.


Ik zou begot niet meer weten waar dit is, alleen het was de Middellandse zee, of toch een afgesloten voorarm ervan, en er zaten flamingo's (niet alleen wij). Het water was vrij warm.





In de Camargue vonden we een mooie camping La petite camargue, van de keten Yellow village.
Bij het wegrijden uit de camping, versperde een porsche (ik heb altijd iets met die wagens op reis) me de weg. Ik moest stoppen net toen ik onder de slagboom stond. Blijkbaar iets te lang, want de slagboom ging neer. Veel gekraak bij het wegrijden, het neergaan van de slagboom hadden we niet gehoord. Gelukkig was een een kunstofslagboom, we hadden net een splinternieuwe mobilhome gekregen die pas op de 14 gekeurd was. Blijkbaar kwam dat daar veel voor, want voor ik aan de kassa stond, kwam er al een werkman op zijn scooterke met een nieuwe slagboom.



We zouden nu langzaam aan onze terugweg inzetten. We staken Frankrijk over richting Bordeaux streek. Halverwege hadden we een parkeerplats gevonden in een kleine regionale stad. 's Nachts bleek wel de TGV achter onze mobilhome te passeren, en kregen we nog een zeer zwaar onweer op ons dak, een dak van een mobilhome is zeer dun.

Bij het licht van de ochtend, zagen we dat we op het dorpsplein stonden. De bakker was recht over ons, en we hadden vrij veel bekijks toen we de deur open deden. We zijn na het ontbijt op het plein maar vertrokken.

We zouden twee dagen blijven op de camping Domaine de La Barbanne, temidden van de wijngaarden in Saint-Emilion. Het is hier dat Esmoreit leerde dat je sneller de waterglijbaan afgaat, als je net voor de afstoot je zwembroek afsteekt. Dat bleek daar de gewoonte te zijn.
De volgende dag zouden we fietsen huren en de wijngaarden intrekken. Het weer beslistte anders. Het regende, de ganse camping liep leeg. De bazin probeerde nog, "ça va améliorer". We namen het zekere voor het onzekere en reden naar de Landes, tegen de Spaanse grens. De Atlantische kust.

Camping le vieux port is een pracht van een camping, aan het strand en heeft verschillende zwembaden met waterglijbanen.


Het was er vrij druk bezet, maar we konden nog een plaat krijgen. Het kostte heel wat manoeuvers om ons gevaarte geparkeerd te krijgen tussen een tent met een zak aardappelen naast, en een andere tent met een vader die zijn zoon ging leren gitaarspelen. Mams gaf aanwijzingen, maar ik zag ze helemaal niet staan. "Ze doet azo", zei Esmoreit uit het zijraampje kijkend. Maar ik wist helemaal niet welke kant is moest uitdraaien.

Een treintje voerde je door de duinen, het was nog een flinke wandeling door bos en duinen, naar het strand en terug.
Zon, zee, strand, wat wil je nog meer. De golven waar wel enorm, en de onderstroom heel verradelijk.























Van uit Messanges was het in één ruk naar huis. Eén ruk is veel gezegd, er waren veel tussenstops nodig om te tanken. Zo'n huis meesleuren kost veel diesel, je zag de meter zo zakken terwijl je reed. Onderweg werd ik nog herkend door Nederlanders. Ze groepeerden samen tot er toch een paar om een handtekening durfden komen vragen. Ik moest hen teleurstellen, Paul De Leeuw zat ergens anders.